28. Kom met het andere deel van het leger. Dan kunt u daarmee zelf de rest van de stad veroveren. Dan kunt u zelf de eer krijgen voor de verovering van de stad. Want anders zullen de mensen mij prijzen en niet u."
29. Toen verzamelde David zijn mannen, trok naar Rabba en veroverde het.
30. Hij nam de kroon van hun koning mee. Die woog 1 talent [ (30 kilo) ] goud en was versierd met edelstenen. David zette hem zelf op. Ook nam hij een grote buit uit de stad mee.
31. De bewoners van de stad liet hij voortaan met zagen, houwelen en bijlen [ voor hem in een steengroeve ] werken. Ook liet hij hen van klei stenen bakken. Dat deed hij met de bewoners van alle steden van de Ammonieten. Daarna ging David met zijn hele leger naar Jeruzalem terug.