2 Petrus 2:18-22 BasisBijbel (BB)

18. Want ze leven er maar op los en doen wat ze willen. Met hun mooie praatjes verleiden ze de mensen die nog maar pas aan het kwaad zijn ontsnapt. Ze halen hen over om weer dezelfde slechte dingen te gaan doen als eerst.

19. Ze beweren dat ze vrijheid komen brengen, maar zelf zijn ze slaven van het kwaad. Want een mens is de slaaf van dat wat hem in zijn macht heeft.

20. Eerst hebben ze wel Jezus Christus als Redder en Heer leren kennen. Daardoor waren ze aan de vuiligheid van de wereld ontsnapt. Maar later zijn ze weer naar hun oude manier van leven teruggaan. Daardoor zijn ze er op het laatst erger aan toe dan in het begin [ toen ze Jezus nog niet kenden ].

21. Ze willen nu niets meer te maken hebben met hoe God wil dat ze leven. Maar dan was het beter voor hen geweest als ze er nooit iets over hadden geweten.

22. Want met hen is dan gebeurd wat het spreekwoord zegt: 'Hij is als een hond die teruggaat naar zijn braaksel,' of [ wat een ander spreekwoord zegt ]: 'Hij is als een schoongewassen varken dat teruggaat naar de modder.'

2 Petrus 2