2 Kronieken 30:9-14 BasisBijbel (BB)

9. Want als jullie teruggaan naar de Heer en Hem weer dienen, zullen jullie familieleden die gevangen zijn meegenomen, vrijgelaten worden. Ze zullen naar dit land terugkomen. Want jullie Heer God is vriendelijk en goed. Hij zal jullie niet in de steek laten als jullie bij Hem terugkomen."

10. Zo gingen de boodschappers ook de steden van de stammen van Efraïm en Manasse langs, tot aan het gebied van de stam van Zebulon. Maar ze werden door de bewoners uitgelachen.

11. Maar een aantal mannen uit het gebied van de stammen van Aser, Manasse en Zebulon had echt spijt van hoe ze hadden geleefd. Zij kwamen wel naar Jeruzalem.

12. Maar de Heer zorgde er in Juda voor dat iedereen graag wilde doen wat de koning had gezegd. Ze wilden graag het feest komen vieren zoals de Heer het in de wet had bevolen.

13. Een enorme groep mensen kwam in de tweede maand naar Jeruzalem om het [ Paasfeest en het ] Feest van de Ongezuurde Broden te vieren.

14. In Jeruzalem braken ze de altaren voor de afgoden af. Ze gooiden alles in de beek Kidron.

2 Kronieken 30