2 Kronieken 28:20-23 BasisBijbel (BB)

20. Koning Tiglat-Pileser van Assur kwam inderdaad uit Damaskus naar koning Achaz toe. Maar hij kwam niet om Achaz te helpen, maar bedreigde hem juist.

21. Toen haalde Achaz de tempel van de Heer en het koninklijk paleis leeg en gaf alles aan de koning van Assur. Maar het hielp hem niets: de koning van Assur kwam hem niet te hulp.

22. En hoe meer Achaz in het nauw kwam, hoe ontrouwer hij werd aan de Heer. Zo was koning Achaz.

23. Hij bracht offers aan de goden van Damaskus die hem hadden verslagen. Want hij dacht: "De goden van Aram helpen de koningen van Aram. Als ik aan hen ga offeren, zullen ze mij ook helpen [ tegen de koning van Assur ]." Maar daardoor liep het juist slecht af met hem en zijn land.

2 Kronieken 28