6. Hij streed tegen de Filistijnen. Hij brak de muren rond Gat, Jabne en Asdod af en versterkte het gebied bij Asdod, aan de grens met de Filistijnen.
7. God hielp hem tegen de Filistijnen, de Arabieren die in Gur-Baäl woonden, en de Meünieten.
8. De Ammonieten betaalden belasting aan Uzzia. Hij werd beroemd tot in Egypte, want hij werd heel erg machtig.
9. Uzzia bouwde in Jeruzalem torens bij de Hoekpoort, de Dalpoort en de Punt. Hij zette er een afdeling soldaten in.
10. Ook bouwde hij wachttorens in de woestijn. Verder groef hij een groot aantal waterputten, omdat hij veel vee had op de vlakte en op de velden. Hij had veel boeren en wijnboeren op de bergen en in de dalen, want hij hield van de landbouw.