2 Kronieken 22:1-3 BasisBijbel (BB)

1. De bewoners van Jeruzalem kroonden daarna Jorams jongste zoon, Ahazia, tot koning. Want alle andere zonen van Joram waren vermoord door een bende die met de Arabieren was meegekomen. Zo werd Ahazia, de zoon van Joram, koning van Juda.

2. Ahazia was 42 jaar toen hij koning werd. Hij regeerde één jaar in Jeruzalem. Zijn moeder heette Atalia. Ze was een kleindochter van [ koning ] Omri [ van Israël ].

3. Ahazia deed dezelfde slechte dingen als Achab en zijn familie. Dat kwam doordat hij luisterde naar de slechte raad van zijn moeder.

2 Kronieken 22