8. Ook in Jeruzalem stelde Josafat rechters aan. Hij koos hen uit de Levieten, priesters en familiehoofden. Zij spraken recht in Jeruzalem.
9. Hij zei tegen hen: "Heb diep ontzag voor de Heer als jullie moeten rechtspreken.
10. Rechters uit andere steden zullen met jullie komen overleggen over gevallen van moord, overtredingen van de wetten van de Heer of van de wetten van de koning. Zeg hun dat ze altijd rechtvaardig moeten rechtspreken, zoals de Heer het wil. Want anders zal de Heer kwaad op hen worden, omdat ze schuldig zijn. Doe dit, want anders zijn jullie óók schuldig.