2 Kronieken 1:1-4 BasisBijbel (BB)

1. Salomo was een heel goede koning. Dat kwam doordat zijn Heer God met hem was. Hij maakte Salomo heel erg machtig.

2. Op een keer gaf Salomo het bevel dat alle legeraanvoerders, rechters, leiders en familiehoofden van heel Israël naar Gibeon moesten komen.

3. Want daar stond de tent van ontmoeting die Mozes, de dienaar van God, in de woestijn had gemaakt.

4. Maar de kist van God was daar niet. David had de kist van God opgehaald uit Kirjat-Jearim, en hem gebracht naar de tent die hij daarvoor in Jeruzalem had neergezet.

2 Kronieken 1