2 Koningen 10:18-24 BasisBijbel (BB)

18. Toen riep Jehu het hele volk bij elkaar. Hij zei: "Achab heeft Baäl maar een beetje gediend. Ik, Jehu, zal hem veel beter dienen.

19. Roep alle profeten van Baäl hierheen, en al zijn dienaren en priesters. Laat niemand wegblijven. Want ik wil een groot offerfeest voor Baäl houden. Iedereen die wegblijft, zal ik laten doden." Maar Jehu deed dit omdat hij van plan was om alle dienaren van Baäl te doden.

20. Jehu zei: "Organiseer een heilig feest voor Baäl." Dat deden ze.

21. Jehu stuurde boodschappers door heel Israël, en alle dienaren van Baäl kwamen. Niemand bleef weg. Ze kwamen naar de tempel van Baäl. De tempel stroomde helemaal vol.

22. Jehu ging naar de opzichter van de kamer waar de priesterkleren worden bewaard. Hij zei tegen hem: "Pak kleren voor alle dienaren van Baäl en zorg dat ze die aantrekken."

23. Daarna ging Jehu met Jonadab naar de tempel van Baäl. Hij zei tegen de dienaren van Baäl: "Zorg ervoor dat er hier alleen maar dienaren van Baäl zijn. Er mag hier niemand zijn die de Heer dient."

24. Toen gingen Jehu en Jonadab naar binnen om offers te brengen. Jehu had buiten de tempel 80 mannen neergezet. Hij had hun bevolen: "Als iemand van jullie ook maar één van de mannen die binnen zijn, laat ontsnappen, zal hij dat met zijn eigen leven betalen."

2 Koningen 10