2 Koningen 10:13-15 BasisBijbel (BB)

13. Daar kwam Jehu de broers van koning Ahazia van Juda tegen. Hij vroeg hen: "Wie zijn jullie?" Ze antwoordden: "Wij zijn broers van koning Ahazia. We gaan de zonen van koning Achab en koningin Izebel bezoeken.

14. Toen beval Jehu: "Grijp hen levend!" Ze grepen hen levend en vermoordden hen alle 42 bij de put van Bet-Eked. Hij liet niemand van hen in leven.

15. Nadat hij daar vertrokken was, kwam hij Jonadab , de zoon van Rechab, tegen. Hij groette hem en vroeg hem: "Denken wij er hetzelfde over?" Jonadab antwoordde: "Jazeker!" Toen zei Jehu: "Geef me dan een hand." Toen liet hij hem bij zich op de wagen klimmen.

2 Koningen 10