1 Timoteüs 1:1-5 BasisBijbel (BB)

1. Paulus schrijft deze brief aan Timoteüs. Ik, Paulus, ben een boodschapper van Jezus Christus . Ik heb die taak gekregen van God die onze Redder is, en van Jezus Christus die onze Zekerheid is.

2. Jij, Timoteüs, bent een echte zoon in het geloof van mij. Ik bid dat God de Vader in alles goed voor je zal zijn. En dat je vol zal zijn van de vrede van God de Vader en van Jezus Christus.

3. Doe wat ik je heb aangeraden toen ik naar Macedonië vertrok: blijf nog een poosje in Efeze. Want je moet een aantal mensen duidelijk zeggen dat ze de mensen niets anders mogen leren [ dan wat wij hen geleerd hebben ].

4. Ook dat ze zich niet moeten bezighouden met verzinsels en allerlei namenlijsten . Want dat zijn geen dingen waarmee God jullie geloof opbouwt. Ze zorgen eerder voor problemen.

5. Het doel van al mijn waarschuwingen is, dat de liefde bij jullie groeit. Liefde uit een zuiver hart, uit een goed geweten en uit een eerlijk gemeend geloof.

1 Timoteüs 1