7. Sommigen vluchtten de Jordaan over naar het gebied van Gad en Gilead. Saul was nog steeds in Gilgal, terwijl zijn leger angstig bij hem bleef.
8. Hij wachtte zeven dagen, zoals Samuel hem had gezegd. Maar toen Samuel nog steeds niet naar Gilgal was gekomen, begon het volk bij hem weg te lopen.
9. Daarom zei Saul: "Breng mij de offerdieren." Toen bracht hij zelf het brand-offer.
10. Hij was daar net mee klaar, toen Samuel kwam. Saul ging hem tegemoet om hem te begroeten.
11. Samuel vroeg: "Wat heeft u gedaan?" Saul antwoordde: "Het volk begon bij mij weg te lopen en u kwam niet op de afgesproken tijd. Maar het leger van de Filistijnen had zich al bij Michmas verzameld.