31. Jeria had de leiding. Toen David 40 jaar koning was, werd er onderzocht wie er allemaal bij de familie van Hebron hoorden. Er bleken veel dappere mannen uit zijn familie in Jaëzer in Gilead te wonen.
32. Dat waren nog 2.700 flinke mannen, die familiehoofden waren. Zij werden door koning David aangewezen om in het gebied aan de oostkant van de Jordaan toezicht te houden op het ophalen van de belasting voor de tempel en voor de koning. Dus in het gebied van de stammen van Ruben en Benjamin en de helft van de stam van Manasse.