23. Nu bid ik U, Heer God, wilt U alstublieft werkelijkheid maken wat U tegen mij heeft gezegd over mijn familie. Wilt U alstublieft doen wat U heeft beloofd.
24. Dan zullen de mensen altijd ontzag voor U hebben. Ze zullen zeggen: 'De Heer van de hemelse legers is de God van Israël.' Dan zal mijn familie voor altijd blijven bestaan.
25. Want U, God van Israël, heeft mij gezegd: 'Ik zal jouw huis bouwen.' Daarom durf ik dit gebed tot U te bidden.
26. Heer, U bent die God en U heeft mij deze prachtige dingen beloofd.
27. Heer, U heeft besloten goed te zijn voor mijn familie: U heeft beloofd dat mijn familie voor altijd zal blijven bestaan. En omdat U dat heeft beloofd, zal dat ook gebeuren. Mijn familie zal voor altijd gezegend zijn."