1 Koningen 20:3-9 BasisBijbel (BB)

3. "Dit zegt koning Benhadad: Ik wil uw zilver en goud, uw vrouwen en uw beste kinderen."

4. De koning van Israël antwoordde daarop: "Zoals u wil, mijn heer de koning. Ik en alles wat ik heb, is voor u."

5. Toen kwamen de boodschappers voor de tweede keer en zeiden tegen Achab: "Dit zegt koning Benhadad: Ik heb u gezegd dat u uw zilver en goud, uw vrouwen en uw kinderen aan mij moet geven.

6. Maar bovendien zullen morgen om deze tijd mijn mannen komen en alles uit uw paleis en uit de huizen meenemen wat ze willen hebben."

7. Toen riep de koning van Israël de leiders van het land bij elkaar en zei: "Deze man wil ons vernietigen. Want hij had mij al gevraagd om mijn vrouwen en mijn kinderen en om mijn zilver en goud. En ik heb geen nee tegen hem gezegd."

8. De leiders van het volk antwoordden hem: "U moet niet naar hem luisteren. Doe niet wat hij zegt."

9. Toen zei hij tegen de boodschappers van koning Benhadad: "Zeg tegen uw koning: Alles wat u de eerste keer tegen mij heeft gezegd, zal ik doen. Maar dit kan ik niet doen." De boodschappers vertrokken en brachten koning Benhadad het antwoord van koning Achab.

1 Koningen 20